Leren leven met water
De beroemde molens van Kinderdijk torenen uit boven de polders van de Alblasserwaard, met hun machtige wieken trots in de wind. Toch zijn deze historische reuzen maar een klein onderdeel van een enorm samenspel tussen mens, techniek en natuur. Duizend jaar geleden was dit hele gebied een groot veenmoeras, ingeklemd tussen woeste rivieren en het geraas van de zee. Jagers en vissers kwamen hier alleen in de zomer, als het water tenminste laag genoeg stond.
Hoe houden we het droog?
Toen de eerste vaste bewoners hier kwamen, bouwden ze hun huizen op zandduinen om bij een overstroming het hoofd boven water te houden. Steeds meer mensen wilden een bestaan opbouwen op de vruchtbare grond rondom de snel rijker wordende handelssteden van West Nederland. Daarom werden dijken aangelegd om het woeste rivierwater buiten te houden, maar daarmee ontstond een nieuw probleem.

Je kunt 2 molens van binnen bekijken en zien hoe het er in die tijd aan toe ging.
Samen knokken voor droge voeten
Iedereen die wel eens op het strand een kuil heeft gegraven kent het probleem: hoe dieper je graaft, hoe meer water er naar binnen stroomt. Westelijk Nederland is eigenlijk ook zo’n kuil. Veel land ligt onder zeeniveau, dus waren er sloten, molens, sluizen en dammen nodig om het water weg te pompen.


Wist je dat?
- Een molenaar houdt van klompen: Makkelijk, goedkoop en veilig.
- 15 van de 19 molens zijn nog steeds bewoond.
- Twee molens kan je van binnen bekijken!